Soms is er…
niets.
Geen groot inzicht.
Geen verhaal dat verteld wil worden.
Geen diepte om in te duiken.
Geen thema dat zich aandient, geen proces dat roept.
Alleen… het zijn.
Dat klinkt poëtisch, maar eerlijk?
Dat voelt soms ook gewoon leeg.
Alsof er iets ontbreekt. Alsof ik iets zou moeten voelen.
Alsof stilte alleen waardevol is als ze verlichtend of helend aanvoelt.
Maar soms is het…
gewoon stil.
Niet als beloning. Niet als bewijs van innerlijke rust. Gewoon… stil.
En dat mag.
Dan zit ik met een tas koffie.
Met de kat lekker dicht tegen me aan.
Geen planning. Geen doel. Geen urgentie.
En ja, er zijn hobbels op m’n weg.
Stormen misschien zelfs, als ik er aan denk.
Maar ze hangen niet aan me vast,
niet op dit moment.
Ik hoef ze niet te dragen en laat ze bulderen zonder me.
Dat is niet omdat ik “zen” ben of “iets bereikt” heb.
Ik ben geen meester in zijn.
Helemaal niet.
Ik ben net zo goed diegene die wil begrijpen, duiden en verklaren.
Die wil oplossen, verbeteren en ontleden.
Maar er zijn van die zeldzame momenten… waarop dat allemaal gewoon wegvalt.
Alsof ik mezelf niet moet onderhouden.
Dan valt het systeem even stil.
En is er alleen…
adem
koffie
een kat
en stilte
… ‘zijn’!
En dan, dan komen ze soms.
Zachte inzichten.
Alsof ze net achter mijn oogleden zweven.
Soms kan ik ze even vangen, in woorden, in beelden.
Soms verdwijnen ze weer, maar laten een indruk na, een gevoel.
En dan, dan probeer ik dat gevoel te bewaren.
Een echo ervan vast te leggen.
Soms in een zin. Soms in een zucht.
Soms… in de rinkel van een belletje.
Een herinnering.
Voor wanneer ik het even kwijt ben.
Voor de dagen waarop ik alles wil fixen, oplossen, begrijpen.
Want de kunst is niet om altijd in het nu te zijn.
De kunst is, denk ik…
om er af en toe aan herinnerd te worden dat dat kan.
Zelfs als het rauw is.
Zelfs als het schuurt.
Zelfs als het niet perfect is.
Soms, is niets, genoeg.