Als zorg verschuift, verschuiven rollen ook.
Mijn mama woont sinds kort in een woonzorgcentrum. Daar waar ze graag zou zijn, in centrum Gent.
We zijn oké.
Zij is oké.
Dat had ik op voorhand gehoopt, en het is meer dan dat: ze voelt zich er goed.
Echt goed.
Ze geniet…
van haar overzichtelijke kamer en de oprechte vriendelijkheid die heerst rond haar,
van de verhalen van tafelgenoten. Soms kleurrijker dan ze gewend is, soms ingetogen stiller.
Maar ook van het gemak dat alles binnen handbereik is en wordt voorzien.
Ze ontspant in haar zorgen (Parkinson nestelt zich sluimerend en comfortabel in haar lichaam) en geeft zich over in het mooie dat het leven haar nu biedt.
Er is rust.
Voor haar.
Voor mij.
Voor ons.
Maar het werk stopt daar niet. Het verschuift.
Van zorgen voor, naar zorgen rond.
Van fysieke nabijheid naar regelwerk, administratie, uitruimen, afscheid.
Het appartement waar ze woonde — ooit ook mijn thuis — moet leeg.
En in dat leegmaken komen de lagen.
Een geur.
Een klein vaasje dat ik ooit gaf voor ik op sneeuwklas vertrok.
Lieve kaartjes tussen mijn ouders, die ik nooit eerder zag.
Een stuk tapijt onderin de schoenenkast waar ik als kind op speelde.
De kleinste dingen bevatten het meeste.
Zij laat los, verrassend makkelijk.
“Neem jij maar wat je wil. De rest mag weg.”
En zo zit het leven van mijn moeder plots in een Fiat 500.
En de rest (veel dus)?
Dat moet ook ergens naartoe…
Kringloop? Containerpark?
Geven, bewaren, doorgeven, wegdoen?
Wat een ander misschien nog kan gebruiken.
Wat voor mij nog iets zegt.
Wat voor haar niks meer zegt.
Wat voor niemand meer iets zegt.
Dat is het zwaarste werk: niet het tillen, maar het regelen en het kiezen.
En dat gebeurt onder tijdsdruk.
Want de sleutel moet binnen. Het appartement moet leeg.
Ondertussen vult mijn hoofd zich met dozen en lijstjes.
Met herinneringen ook.
Want hoe praktisch je het ook aanpakt: het raakt.
Ik merk dat de rollen niet alleen verschuiven maar zich herschikken.
Ik word meer moeder dan kind.
Zij rust nu nog meer in mijn handen dan zij op eigen benen staat.
En daartussenin…:veel liefde.
Niet in grote gebaren, maar in het blijven gaan.
In het telkens weer opnieuw afstemmen op wat nodig is.
Niet zeemzoet.
Wel echt.
Voor haar.
Voor mij.
Voor ons.
Een klein vaasje dat ik ooit gaf voor ik op sneeuwklas vertrok.
Lieve kaartjes tussen mijn ouders, die ik nooit eerder zag.
Een stuk tapijt onderin de schoenenkast waar ik als kind op speelde.
En zo zit het leven van mijn moeder plots in een Fiat 500.
Dat moet ook ergens naartoe…
Kringloop? Containerpark?
Geven, bewaren, doorgeven, wegdoen?
Wat voor mij nog iets zegt.
Wat voor haar niks meer zegt.
Wat voor niemand meer iets zegt.
En dat gebeurt onder tijdsdruk. Want de sleutel moet binnen. Het appartement moet leeg.
Zij rust nu nog meer in mijn handen dan zij op eigen benen staat.
Zo mooi beschreven Brigitte, vol liefde en zorg.. herkenbaar ook, voor wie in de herinneringen duikt, schatten vindt en terug vindt, hoe je met andere ogen kijkt naar vroeger, naar nu en later…. dank om dit te delen, dit zo persoonlijke beleven… het is voor ieder die het leest, iets dat leert, dat her-innert, dat doet stil staan… dank dank dank xxx
Dankjewel Ann! 🙏
Ik schrijf uit het hart… en deel opdat anderen er misschien ook iets aan hebben…
Kwetsbaar en daardoor net gesterkt… The circle of life ✨