Loading...
Laad me met rust

Lichaamswerk
– waar het lichaam weer lichaam mag zijn

Sommige lichamen functioneren jarenlang zonder ooit echt bewoond te worden.
Ze bewegen door de dagen, reageren op prikkels, dragen stress en vermoeidheid, maar blijven op een zekere afstand van wie erin leeft. Dat klinkt abstract, maar het is een ervaring die verrassend veel mensen herkennen: het gevoel dat je vooral ‘vanuit je hoofd’ leeft, en dat je lichaam er enkel is om te volgen, te verdragen of te presteren.
In een samenleving waarin snelheid en mentale scherpte worden beloond, raakt het contact met het lijf vaak op de achtergrond.
Lichaamswerk schuift dat perspectief opnieuw recht. Het is een benadering waarin het lichaam geen object is dat ‘gemaakt’ of ‘gecorrigeerd’ moet worden, maar een levend, voelend systeem dat aandacht vraagt — én verdient.
Er bestaan veel vormen van lichaamswerk: van diep weefselwerk tot energetische benaderingen, van manuele therapie tot rituele aanraking.
Wat ze gemeen hebben, is dat ze vertrekken vanuit de erkenning dat het lichaam niet losstaat van ons innerlijk leven. Spanningen, emoties, trauma’s en zelfs overtuigingen kunnen zich in het lichaam vastzetten. Aanraking, adem en aanwezigheid kunnen daar iets in verzachten of losmaken.
Bij CAT gebeurt lichaamswerk in een ritmische, vertraagde sfeer. Als een uitnodiging. Zonder doelgerichtheid of technische correctie. Er wordt niet gemanipuleerd, maar afgestemd. De aanraking is traag, warm, met aandacht voor grenzen en noden die soms pas in het moment voelbaar worden. Het lichaam hoeft niets te presteren of te lossen. Het mag gewoon zijn, in zijn eigen tempo.

Laad me met rust.
Soms is dat de diepste vraag die een lichaam stelt.


Vanop afstand oogt een sessie soms eenvoudig.
Er is weinig spektakel. Geen zichtbare ‘transformaties’.
Maar net die traagheid, die eenvoud, maakt dat er iets wezenlijks kan gebeuren.
Een terugkeer naar de tastbaarheid van het eigen lijf.
Naar voelen zonder woorden.
Naar het besef dat je lichaam méér is dan een drager van moeheid of spanning — dat het ook een plaats van herstel en herinnering kan zijn.
Wat mensen na afloop beschrijven, varieert sterk.
Voor de ene is het alsof er weer ruimte is in het borstbeen. Voor de ander is het lichaam ‘wakker’ geworden, tintelend, gedragen.
Soms zijn er tranen.
Soms een diepe stilte.
En vaak dat ene zinnetje: “ik voel dat ik er weer ben.”
Lichaamswerk biedt geen pasklare antwoorden.
Het is geen snelle oplossing.
Maar het opent een ruimte waarin iets wezenlijks kan bewegen.
Niet spectaculair.
Wel echt.
En soms
is dat
genoeg.

Vertel het verder 🧡

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *